Hollandse Meesters

Vandaag onze Hollandse meesters. Wij volgen de voetsporen van deze beroemde kunstenaars, waarvan de meesten uit de Gouden Eeuw komen, maar wij gaan ook kijken bij Vincent van Gogh.

Jheronimus Bosch

Jheronimus Bosch

Wij gaan heel ver terug naar eind 15e eeuw. Jheronimus, Hieronymus Bosch, onze eerste van de Hollandse Meesters, heette eigen Van Aken en werd rond 1450 geboren in Den Bosch. De Van Akens waren een bekende schildersfamilie. Zijn beroemdste werk, Tuin der Lusten, hangt in het Prado in Madrid, maar wij brengen een bezoekje aan Den Bosch.

Den Bosch binnen de vestingwallen is bijna nog zo als Jeroen, dat in de 15e eeuw zag. Hij heeft bijna zijn hele leven op de Markt gewoond en deze gelovige man heeft een nauwe band met de Sint-Janskathedraal, waar hij ook als schilder en adviseur van de bouwmeester bij betrokken was. Net als veel schilders was Jeroen lid van het Zwanenbroedershuis, dat er nog steeds is, in de Hinthamerstraat. In een van de zijstraten daarvan, de Schilderstraat, groeide zijn vrouw op.

Op de Markt staat het beroemde standbeeld van Jeroen Bosch. Schuin daarachter is een smal pand met groene gevel, de Klein Winst. In de tijd, dat Jeroen hier in zijn jeugd woonde, heette het De Roosekrans.

Wandeling

We maken heeft een korte wandeling door Den Bosch, waarbij wij natuurlijk op de Markt beginnen voor het standbeeld van Jeroen en de Kleine Winst. Daarna lopen wij het plein af naar de Hinthamerstraat en maken even een zijstap naar de Gasthuisstraat. Aan het einde van deze straat is de Gasthuispoort en de brug over de Binnendieze. Vanaf die brug zie je rechts aan de overkant de muurschildering “De Marskamer”, naar het beroemde schilderij van Jeroen Bosch.

Wij gaan weer terug naar de Hinthamerstraat en lopen door naar het Jeroen Boschplein met het Jheronimus Bosch Art Center. Hier kom je uiteraard meer te weten over de schilder en zie je replica’s van zijn werken.

Weer terug naar de Hinthamerstraat en dan de Schilderstraat in, waar nog een muurschildering is. Dit kunstwerk is geïnspireerd op de Tuin der Lusten en toont Eva uit het schilderij. Wij eindigen onze wandeling door Den Bosch, hoe kan het ook anders, in de Jeroen Bosch Tuin, een oude kloostertuin. Een oase van rust met bloemen, planten, een moestuin en ook weer mooie schilderingen gebaseerd op de Tuin der Lusten.

Gouden Eeuw (17e eeuw)

De Gouden Eeuw was een welvarende periode en liep tot bijna het einde van de 17e eeuw. Daarna kwamen andere grootmachten, zoals Engeland en Frankrijk en moest het geld worden besteed aan een wapenwedloop. In de Gouden Eeuw was er echter genoeg geld ook voor kunst en dat is te zien aan de vele beroemde schilders uit die tijd.

Haarlem

Net voor het begin van de Gouden Eeuw wordt in Antwerpen Frans Hals geboren. Toen hij nog een peuter was verhuisde het gezin naar Haarlem, dus wij mogen hem meetellen als één van de Hollandse meesters.

Wij maken een wandeling door Haarlem op zoek naar Frans Hals. Hierbij beginnen wij in het Frans Hals Museum, “museum van de Gouden Eeuw”. Het stedelijk museum van schilderijen en oudheden is opgericht in 1862. Het heeft nu twee locaties: Hof aan het Groot Heiligland met 17e eeuwse kunst en Hal aan de Grote Markt met de moderne collectie.

Wij lopen het Groot Heiligland af richting Klein Heiligland en komen wij bij de Gedempte Oudegracht. Hier gaan wij linksaf naar nr. 93, het huis van Michiel de Wael. Hier woonde bierbrouwer De Wael, die 3x door Frans Hals is geportretteerd, twee keer als lid van de Sint-Jorisschutterij en een keer met zijn vrouw.

Eerste huis

Frans Hals was een verhuislustige schilder. Het eerste huis, waar deze Hollandse Meester woonde was in de Peuzelaarssteeg (vanaf de Gedempte Oudegracht loop je zo via de Frankestraat naar de steeg). Later heeft Frans nog aan het Groot Heiligland, in de Lange Begijnestraat, in de Kleine Houtstraat, aan de Oude Gracht en in de Ridderstraat gewoond.

Wij gaan echter verder naar de Barteljorisstraat, via de Houtstraat en de Grote Markt met de mooie St. Bavokerk. In de Barteljorisstraat staat het beeldje van “Malle Babbe” gemaakt door de beroemde beeldhouwer Kees Verkade en bezongen door Rob de Nijs. Het beeldje is geïnspireerd op het gelijknamige schilderij van Frans Hals. Wij lopen verder en komen in de Kruisstraat. Op nr. 49 staat boven de winkelpui de gevelsteen “In den Moscoviter”. Hier woonde Isaac Massa, zijn familie kwam ook uit Antwerpen, maar hij is in Haarlem geboren. Hij is koopman, historicus en topograaf en door zijn goede contacten met de Zweedse koning kreeg hij zelfs een adellijke titel. Hij was ook een vriend van Frans en deze heeft hem vaak geschilderd. Via de Ridderstraat en de Jansstraat gaan wij naar het Begijnhof, naar de oudste kerk van Haarlem, de Waalse kerk. Deze kerk werd in bruikleen gegeven aan de protestanten immigranten uit Vlaanderen en Wallonie. Hier kwam de familie Hals veel. De jongere broer van Frans, Dirck Hals ligt hier begraven. Na deze kerk lopen we terug naar de Sint Bavo en naar het Klokhuisplein, waar Frans in 1616 lid werd van de rederijkerskamer ‘De Wijngaardranken”.

Hollandse Meesters

Hollandse Meesters, rolstoelvakantie
Hollandse Meesters

Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars, die aan elkaar gedichten, verhalen en toneelstukken voordragen. In de Sint Bavo heeft Frans Hals zijn graf. Frans Hals was van oorsprong katholiek, maar zijn eerste en tweede vrouw waren gereformeerd. Zijn kinderen zijn ook gedoopt in de gereformeerde kerk.

Aan de Koningstraat op nr. 18 staat het mooie woonhuis van het echtpaar Stephanus Geraerdts en Isabella Coymans. Zij zijn pendant (= in twee afzonderlijke schilderen) geschilderd. Dit heeft later een ‘scheiding’ opgeleverd. Stephanus hangt in het koninklijk Museum voor Schone kunsten in Antwerpen en zijn vrouw in een privécollectie.

Dan komen wij in de Gasthuisstraat met op nr. 32 de poort van de voormalige Cluveniersdoelen, het verblijf van de Cluveniersschutterij, die 2x door Frans Hals zijn geschilderd. Nu op naar de Tuchthuisstraat, waar hoe kan het anders vroeger het tuchthuis stond. Hier werken mensen tewerkgesteld, die hun leven moesten beteren, gehandicapt waren of moeilijk te handhaven. Twee kinderen van Frans Hals zijn hier opgenomen: zijn dochter Sara, die niet wilde deugen en zoon Pieter, die zwakbegaafd was. Hier “komen” wij ook Malle Babbe weer tegen. Zij verbleef hier ook. Van het tuchthuis is alleen de poort bewaard gebleven en die staat in het Frans Hals Museum. In het Proveniershofje  aan de Grote Houtstraat was vroeger het onderkomen van de Sint Jorisschutterij, waar Frans Hals lid van was. Ook deze schutterij heeft hij meermaals geschilderd. Op de brug naar het Houtplein staat een beeld van Frans Hals op een van de hoofdpijlers. Hij is afgebeeld met palet en penseel.

En dan zijn wij weer terug bij het museum. Ook als u niet langs alle herinneringen aan Frans Hals loopt, is Haarlem een leuke stad om in rond te dwalen.

Leiden

En nu naar Leiden, de geboorteplaats van twee Hollandse meesters: Rembrandt en Jan Steen.

Rembrandt van Rijn werd hier in 1606 geboren in de Weddesteeg, als 9de kind van molenaar Harmen Gerritsz van Rijn. Het huis staat er niet meer, een gevelsteen geeft aan waar het ooit stond. Jan Steen wordt 20 jaar na Rembrandt geboren. De vader van Jan was handelaar in graan en brouwer.

Beide schilders zijn naar de Latijnse school geweest, waar jongens werden voorbereid op een religieus leven of een universitaire studie. Voor beiden zou het de Universiteit van Leiden worden en schreven zij zich in als student letteren. Zij hebben i.t.t. onze koning hun studie aan de Leidse Universiteit niet afgemaakt.

Pieterskerk

Wat zij nog gemeen hebben, is de Pieterskerk. Hier kwamen zij beiden vaak en Jan Steen ligt hier in het familiegraf. Rembrandt is in Amsterdam begraven, maar daar komen wij straks.

Nu doen wij eerst een rondje Leiden. Daarbij beginnen wij in het Pieterskwartier. Hier gingen Rembrandt en Jan Steen naar de Latijnse school op de Lokhorststraat nr. 16. Naast een bezoek aan de Pieterkerk gaan wij ook naar de Langebrug. Hier woonde Jan Steen vanaf 1670, in de taveerne de Vrede en stierf hij in 1679. Helaas is er alleen nog een plaquette op de Langebrug 91b. Ook was de Langebrug belangrijk voor Rembrandt. Hij ging hier in de leer bij Jacob Isaaczs van Swanenburg. In dit atelier op nr. 89 is nu de Young Rembrandt Studio, waar u een kijkje kan nemen in het leven van de jonge Rembrandt.

Wanneer wij toch in Leiden zijn gaan wij ook even naar museum de Lakenhal, aan de Oude Singel, waar vroeger werk van Rembrandt hangt en natuurlijk ook schilderijen van Jan Steen.

Beide schilders hebben niet hun hele leven in Leiden gewoond. Jan Steen is ook in de leer geweest in Utrecht en heeft samengewerkt in Den Haag met schilder Jan van Goyen. Jan Steen trouwt zelfs met diens dochter. Zij starten in Delft de herberg ‘de Slanghe’, maar dat loopt niet goed. Zij gaan dan via Warmond naar Haarlem, waar zijn vrouw Grietje overlijdt. Als zijn vader kort daarop ook sterft, erft Jan Steen het ouderlijk huis en keert terug naar Leiden.

Rembrandt verlaat in 1631 Leiden en gaat samen met zijn vrouw Saskia in Amsterdam wonen, waar hij in 1669 sterft.

Hollandse meesters

Hollandse Meesters, Haarlem

Amsterdam

Rembrandt gaat wonen aan de Jodenbreestraat, waar nu het museum Het Rembrandthuis is gevestigd. Hier is een reconstructie gemaakt van Rembrandts woonruimte en werkplaats. Tot 2010 waren er alleen schilderijen van leerlingen en voorlopers van Rembrandt te zien, maar nu zijn er hangt er ook regelmatig werk van Rembrandt

Leuk weetje: Het Rembrandthuis is het 48ste Delfts blauwe huisje van de beroemde KLM-huisjes.

Wij gaan weer gezellig te voet in de Amsterdamse sporen van Rembrandt. Wij beginnen bij de Oude Kerk op de Oudezijds Voorburgwal, waar Rembrandt met Saskia in ondertrouw ging en Saskia ligt begraven. Daarna gaan wij naar de Nieuwmarkt en lopen de Kloveniersburgwal op naar het Trippenhuis. Hier woonden de gebroeders Tripp. Hun ouders zijn door Rembrandt geschilderd. Via de Zuiderkerk, waar 3 kinderen van Rembrandt liggen begraven en zoon Titus is gedoopt, lopen wij naar Het Rembrandthuis. Langs het Waterlooplein en het mooie Joods Historisch museum lopen wij naar de Blauwbrug. Vanaf hier heeft Rembrandt de Amstel geschilderd. Aan de Amstel 218 staat het huis van de familie Six. Rembrandt heeft een portret van Jan Six gemaakt. Een klein stukje verder in de Staalstraat werkten op nr. 7 de Staalmeesters, waarvan het beroemde schilderij in het Rijksmuseum hangt.

Nieuwezijds Voorburgwal

Je kan nu doorlopen naar het beeld van Rembrandt op het Leidseplein, maar wij lopen naar de Nieuwezijds Voorburgwal, waar Rembrandt “Gezicht op de Nieuwezijds Voorburgwal” schilderde. Wij komen ook langs het Koninklijk Paleis, waar Rembrandt “De samenzwering van Julius Civilis” schilderde, Een schilderij van 5,5 bij 5,5 meter. De opdrachtgevers waren er niet echt blij mee, waarop het in stukken werd gesneden en weggehaald. Het hoofdtafereel is bewaard gebleven en nu een van de topstukken in het National museum in Stockholm.

Net achter het Koninklijk Paleis aan de Herengracht 170 ligt een mooi koopmanshuis, het museum Bartolotti. Hier werkte Frederik Rihel, waarvan Rembrandt het mooie ruiterportret maakte. Wij gaan door naar de Prinsengracht, naar de Westerkerk. Hier liggen Rembrandt en zijn vrouw Hendrickje begraven. Vandaar is het nog maar een klein stukje naar de Rozengracht 184, waar Rembrandt het laatste woonde.

Wij zijn nu klaar met het wandelen en nemen de tram naar het Rijksmuseum om alle kunstwerken van Rembrandt te bewonderen. (In onze volgende blog komt als een van de beroemdste kunstwerken de Nachtwacht aanbod).

Hollandse Meesters, Vakantie met begeleiding

Delft

De stad van één van onze Hollandse meesters, Johannes Vermeer, ook Gouden Eeuw en vooral bekend om zijn ‘straatje’. Vermeer was een secure schilder en werkte alleen in opdracht. Hij heeft daarom niet zoveel werken (45) gemaakt, waarvan nog 35 zijn bewaard gebleven.

Naast het beroemde ‘straatje’ is er nog maar een stadsgezicht van hem, “Gezicht op Delft”. Waar “Het straatje” van Vermeer is gemaakt, is niet iedereen het over eens, maar wij gaan voor de Vlamingstraat ter hoogte van nr. 40-42 in Delft. Het “Gezicht op Delft” toont Delft vanaf een bovenhuis aan de Hooikade.

Wij gaan een wandeling maken door het Delft van Vermeer (in deze wandeling gaan wij niet langs de Vlamingstraat en Hooikade, die bekijken wij apart).

Het Vermeer Centrum

Wij beginnen bij het Vermeer Centrum aan de Voldersgracht, in het pand van de vroegere St. Lucasgilde, waarvan Vermeer lid was. St. Lucas is de beschermheilige van de schilders.

In het Vermeer Centrum ziet u het leven en werk van Johannes Vermeer en Delft in de 17e eeuw.

Een klein stukje verder de gracht op zit De Vliegende Vos, het geboortehuis van Johannes Vermeer. Natuurlijk lopen wij ook even langs de beroemde Nieuwe Kerk, waar Vermeer is gedoopt en gaan dan de Oude Langendijk op. Hier woonde Vermeer met zijn vrouw en elf kinderen bij zijn schoonmoeder. Naast het schilderen hielp Johannes ook zijn ouders in hun herberg, herberg Mechelen aan de Markt. We lopen verder langs het mooi stadhuis en verlaten aan de westhoek het marktplein, naar De Cameretten (of Vismarkt) . Wij gaan nu naar de Oude Kerk, waar Johannes Vermeer ligt begraven. Er is hier een grafmonument bij de hoofdingang , maar er is ook een klein steentje (uit 1975) tegenover de preekstoel. Het familiegraf is in de 19eeeuw al geruimd.

Mocht u werken van Johannes Vermeer willen zien, dan is een bezoek aan het Mauritshuis in Den Haag ( 25 min. van Delft) leuk. Hier hangen onder meer “Gezicht op Delft” en de “Mona Lisa van het Noorden, het Meisje met de Parel”.

Nog even een weetje over een ‘andere meisje’ van Vermeer: “Het Melkmeisje” is eigenlijk een melk schenkend dienstmeisje. Dit werk hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Wij verlaten de Gouden Eeuw en komen in de 19e eeuw van nog één van de Hollandse meesters: Vincent van Gogh.

Delft Rolstoelvakante

Vincent van Gogh

werd in het Brabantse Zundert geboren, maar reisde heel veel, niet alleen door Nederland, maar ook Europa. Wij volgen hem naar Parijs en Zuid-Frankrijk.

In de jaren voor Parijs schilderde Van Gogh over het leven en lijden van gewone mensen, zoals “De aardappeleters”. Het zijn vaak sombere en donkere schilderijen. In Parijs komt hij door zijn broer Theo, een kunsthandelaar, in aanraking met de werken van Franse impressionisten en zijn schilderijen krijgen meer kleur en licht. In die tijd verzamelt hij ook veel Japanse houtsneden, waarvan de invloed weer in zijn latere werk is te zien.

Parijs is te druk voor Vincent en hij gaat naar het zuiden, naar Arles. Hij gaat wonen in het “Gele Huis” aan de Place Lamartine. Niet alleen het plein, maar ook de Zonnebloemen worden hier door Vincent geschilderd. Vincent is dan ook erg onstabiel en laat zich opnemen een instelling (een klooster) aan de voet van de Alpilles in Saint-Rémy-de-Provence. Hij maakt hieronder meer het schilderij ‘Irissen”. In 1890 gaat Vincent naar Auvers-sur-Oise, nabij Parijs, waar hij een zolderkamer in de herberg van Ravoux huurt. Uiteindelijk sterft Vincent hier. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Auvers-sur-Oise, net als zijn broer Theo, die een half jaar later is overleden.

Mocht u een keer in de Provence op vakantie zijn, dan is het leuk om de volgende Van Goghplekken te bezoeken.

Hollandse Meestes, Van Gogh

Arles

Met natuurlijk het Gele Huis op de hoek van Stalingrad Avenue, maar ook Café de la Gare aan het Place Lamartine. Het café zie je terug in Het nachtcafé en Vincent maakte ook portretten van de eigenaren Joseph en Marie Ginoux, waarmee hij bevriend was.

Vincent heeft na het deels afsnijden van zijn oor hier ook nog in het ziekenhuis gelegen, Hotel L’Dieu. Hij schilderde een portret van dokter Rey, zijn behandelend arts.

Ook een bezoek aan de Alyscamps, de laan met populieren en graftombes uit de Romeinse tijd is leuk. Deze laan heeft Vincent wel 4x geschilderd.

Het oorspronkelijke bruggetje net buiten Arles, Pont de Langlois, is er niet meer. Dat werd in de oorlog beschadigd, maar je kunt nog goed gelijkenissen zien met het schilderij.

Saint-Rémy-de-Provence

Vincent verbleef hier in de inrichting (tevens klooster) Saint-Paul de Mausole. In het begin schilderde Vincent de binnentuin, maar later ook de omgeving met zijn cipressen en olijfbomen. Hij schilderde ook zijn uitzicht vanuit zijn kamerraam op de korenvelden.

Uiteraard schilderde Vincent ook Saint-Rémy, bijvoorbeeld Court Est (heet nu Boulevard Mirabeau), waar hij “De stratenmakers” en “De grote platanen” schilderde.

Auvers-sur-Oise

Hier woonde Vincent in de herberg aan de Rue du Général de Gaulle, waar hij zeker 70 kunstwerken maakte, waaronder de portretten van Adeline, de dochter van de herbergier.

Aan de Rue Daubigny 61 ligt het huis van kunstenaar Daubigny, die Vincent erg bewonderde. Dit huis heeft hij meermaals geschilderd, net als het stadhuis aan de Place de la Mairie en de kerk aan de Rue de l’Eglise.

En tenslotte natuurlijk het graf van Vincent op de begraafplaats aan de Avenue du Cimetière. Later werd Vincent hier verenigd met zijn broer Theo.

Voor nu laten wij het bij deze kunstenaars. In een van onze volgende blogs zullen wij modernere kunstenaars volgen.

Wij hopen, dat u het “reizen” met de beroemde Holland meesters net zo leuk vond als wij.
in onze vorige blogs keken we al naar: Componisten en Kunstwerken.

Aanmelden voor onze maandelijkse nieuwsbrief

Selecteer lijst(en):

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *