De bouwmeesters

Deze week: tijd voor de bouwmeesters. In deze eeuw zijn heel veel mooie moderne spectaculaire bouwwerken verrezen, maar mijn favoriet is toch die van Imhotep. Dus op naar Egypte.

Imhotep

was vizier (eerste minister) van farao Djoser, maar ook schrijver, hogepriester en architect. Hij is de ontwerper van de beroemde trappiramide van Djoser. De piramide bepaalt al eeuwen lang de skyline van Sakkara. Het is een verbazingwekkend bouwwerk als je bedenkt, dat het tussen ca. 2650-2575 voor Chr. is gebouwd. Imhotep liet 6 mastaba’s (mastaba betekent bank), die steeds iets kleiner werden, op elkaar stapelen tot een hoogte van 62 meter. Hierdoor stond de piramidevorm. Er werd een 28 meter diepe ondergrondse gang aangelegd. Om de toegang te beschermen tegen rovers kwam daar een gangenstelsel (labyrint) van 5,7 kilometer bij. Helaas heeft dit niet geholpen en is de piramide en tombe leeggeroofd.

Even nog een klein, wat luguber detail: er is wel een gemummificeerde voet van de farao gevonden.

Phidias

Laten wij nog even in de oudheid blijven en dan naar een van grootste Griekse bouwmeester, die de bouw van de Acropolis onder zijn hoede had. Hij bouwde bijna 10 jaar aan het Partheon in Athene. Het is voor een groot deel gemaakt uit wit marmer, ongeveer 22.000 ton. Wat een klus zonder de moderne techniek, die wij kennen. De blokken werden met sleden uit de steengroeve naar de Akropolis gebracht en daar met houten kranen en katrollen op hun plaats gehesen.

Leuk weetje: Phi (de gulden snede oftewel 1,618033988749895..) is naar deze bouwmeester vernoemd.

Nabateeërs

Nog eentje uit de oudheid, die niet in ons lijstje mag ontbreken. Het betreft hier een volk, omdat niet bekend wie de architect is. Dit volk heeft Petra gebouwd met de uit de zandstenen rotswand gehouwen gebouwen, zoals Al Khazneh (“de Schatkamer, sinds 2007 een van de zeven nieuwe wereldwonderen*) en het klooster Ad Deir. De voorgevel van Al Khazneh is 40 meter hoog en 25 meter breed. Petra bezoekt u door de Siq, een smalle kloof, die eindigt bij de Schatkamer. De kloof is ongelofelijk mooi en eindigt met het spectaculair opeens verschijnen van de Schatkamer. De wandeling door de Siq is een van de mooiste, die ik ooit gemaakt heb. Zo’n plek, waarvan je zegt: hier wil ik nog eens heen.
(*) Van de 7 wereldwonderen van de antieke wereld is alleen de Piramide van Cheops

Eiffel (1832-1923)

Is eigenlijk geen Bouwmeester in de zin van mooie kathedralen, maar meer een technische bouwer met als bekendste bouwwerk natuurlijk de Eiffeltoren. Eiffel heeft echter veel meer gemaakt in en buiten Europa. Wellicht weet u, dat hij ook het inwendige structuur van het Vrijheidsbeeld in New York heeft gemaakt, maar hij was vooral een bruggenbouwer. Een mooi voorbeeld is het Viaduct de Garabit, 500 meter lang op 122 meter hoogte over het dal van de Truyère.

Antoni Gaudi (1852-1926)

Ontwerper van veel bijzonder gebouwen, vooral in Barcelona en natuurlijk befaamd om de Sagrada Família, maar hij heeft nog veel meer moois gemaakt. Ook heel bekend is zijn Parc Güell met de beroemde salamander en de mozaïeken bankjes. Gaudi heeft in Barcelona ook apartementcomplexen ontworpen, zoals het Casa Batlló met als thema Sint-Joris, de drakendoder en patroonheilige van Catalonië. Het lijkt of de voorgevel uit visschubben (mozaïek) bestaat. Niet alleen de buitenkant is mooi, maar ook van binnen. Het interieur is zo bijzonder, dat je niet eens ziet, dat het niet gemeubileerd is. Op het dakterras heb je een mooi uitzicht over Barcelona, maar je ziet ook de rug van de draak. Een andere beroemde Gaudi-flat is Casa Milà, waar de eerste parkeergarage van Barcelona was. Leuk detail: in die tijd kwam men nog de koets parkeren. Deze twee wooncomplexen staan net als veel van Gaudi op de UNESCOlijst. Gaudi heeft ook straatmeubilair gemaakt, zoals de lantaarn op Placa Reial en de Gaudi-tegel , de zeshoekige tegel, die Gaudi heeft ontworpen voor de Passeig de Gràcia.

Le Corbusier (1887-1965)

is een architect met 17 bouwwerken op de Werelderfgoedlijst, de meeste in Frankrijk, maar ook buiten Europa in India, Japan en Argentinië. Le Corbusier, die ook schilder was, is in zijn leven geprezen, maar ook vaak vergruisd. Heel bekend is de kapel ‘Notre-Dame-du-Haut in Ronchamp door velen bewonderd, maar ook velen vinden het niet mooi. Le Corbusier is voor velen een inspiratie geweest en deze kapel in Ronchamp heeft Karel Sijmons geïnspireerd bij het ontwerp van de Thomaskerk in Amsterdam-Zuid. Hier zie je het golvende dak terug, dat zo kenmerkend is voor Le Corbusier.

Voor wie de kerk in Amsterdam-Zuid wil zien: Klik hier!

Ieoh Ming Pei (1917-2019)

Deze architect, ook beïnvloedt door Le Corbusier, is overal bekend om zijn musea. Zo heeft hij de piramide op de binnenplaats van het Louvre in Parijs gemaakt, maar ook het Museé d’art Moderne Grand-Duc Jean in Luxemburg.
De piramide van het Louvre is een grote glazen en metalen piramide, die de hoofdingang vormen voor het museum. De piramide is 21,65 meter hoog en heeft een lengte van 35,42 meter. Daarnaast zijn er nog 3 kleinere piramides en een omgekeerde piramide. Het bestaat uit 603 ruitvormige en 70 driehoekige glazen onderdelen en weegt totaal 450 ton. De piramide van Cheops* stond model.
(*) deze piramide ligt in Gizeh en biedt het beroemde plaatje met de sfinx. Het is niet duidelijk wie het heeft gebouwd, maar nog spannender ook niet hoe het is gebouwd

Jørn Utzon (1918-2008)

Heeft veel bouwwerken gebouwd in Denemarken en Zweden, maar zijn allerbelangrijkste (ook op de werelderfgoedlijst) bouwwerk is natuurlijk het Operagebouw in Sydney. Het is nu het symbool van Sydney, zoals de Eiffeltoren voor Parijs is. Het dak van het gebouw is helemaal betegeld met ruim een miljoen tegeltjes  in wit- en grijstinten. Nog even een saillant detail: er waren problemen met de bouw, waarna Utzon weg is gelopen van de bouwplaats en nooit meer is terug geweest.

Hundertwasser (1928-2000)

Veel bouwkunstenaars zijn inspirerend voor anderen. Zo zie je meteen wie de inspiratiebron van Friedrich Hundertwasser was. Juist: Gaudí. Als je het Hundertwasserhaus in Wenen ziet, dan is er geen twijfel mogelijk. Het huis,in de Kegelgasse, is een echt populaire bezienswaardigheid. Het gebouw is helemaal asymmetrisch, geen rechte lijnen of vlakken, maar kronkelige gangen en veel groen. Er zijn 52 woningen, 4 winkels en 16 privé en 3 gemeenschappelijke dakterrassen. En het is heel kleurrijk, niet alleen aan de buitenkant.

Frank Gehry (1929)

kwamen wij tegen toen wij bezig waren met de blog over de kunstschilders. Frank Gehry is een deconstructive architect. Deconstructivisme is een stroming, die ervan uitgaat dat de maatschappij verwarrend en onzeker is en dit willen ze met hun bouwkunst uiten. Zo heb je bijvoorbeeld het dansende huis in Praag. Maar hij is natuurlijk ook de architect van het Guggenheim in Bilbao. Dit bijzondere gebouw bevat veel mooi werk van Spaanse kunstenaars, zoals Picasso en Dalí. Ook buiten het museum is kunst te zien, zoals Puppy (een 12 meter hoge pop, bekleed met 70.000 bloemen), Maman (de metalen reuzenspin) of Tall Tree & The Eye (een kunstwerk uit 73 metalen bollen).

Norman Forster (1935)

Ons zei de naam niet meteen iets, maar zijn ontwerpen kennen we wel. Forster is namelijk de ontwerper van de Millennium Bridge en het kantoorgebouw 30 St.Mary Axe. Wanneer je in Londen komt, zijn beide niet te missen. Dat geldt natuurlijk ook voor zijn ontwerp in Berlijn. Hij is namelijk de ontwerper van de bijzondere koepel op de Rijksdag. Zeker een bezoek waar. Niet alleen voor de mooie constructie, maar ook het mooie uitzicht over Berlijn. De Rijksdag heeft altijd een koepel gehad, maar deze is in de oorlog door de bombardementen zwaar beschadigd. De nieuwe koepel is transparant en staat daarmee voor de werking van de democratie. Het is een futuristisch ontwerp, maar past toch goed bij het historisch gebouw.

Voor wie geïnteresseerd is: toegang is gratis, maar bezoek is alleen mogelijk na voorafgaande aanmelding.

Dit is maar een kleine greep uit de vele beroemde architecten en hun bijzondere bouwwerken. Wij gaan nu nog even naar ons eigen land om een aantal beroemde en bijzondere architecten de revue te laten passeren.

Pierre Cuypers (1827-1921)

Als je Cuypers zegt, zeg je het Rijksmuseum en Centraal Station Amsterdam, maar wist u ook dat hij meer dan honderd kerken heeft ontworpen. In 1885 was het nieuwe Rijksmuseum het grootste gebouw van Nederland en de duurste van Amsterdam. Het gebouw is een mengeling van gotiek en renaissance. De Passage, Museumstraat, was een van de eisen van de gemeente. Na de renovatie is daar nu de entree van het Atrium en de bakstenen wanden zijn vervangen door grote glazen wanden, waardoor je nu de binnenhoven kan bewonderen.

Een ander bijzonder monumentaal gebouw van Cuypers is kasteel De Haar in Haarzuilens. Een sprookjesachtig kasteel omgeven door een prachtige tuin en landschapspark.

Hendrik Berlage (1856-1934)

Heeft als kenmerk gesamtkunstwerk. Dit betekent dat de kunstenaar een geheel maakt. Zo is dit gebeurd met de beurs van Berlage. Hier werkte Berlage o.a. samen met Jan Toorop, die de muurschilderingen maakte, en Antoon Derkinderen voor glas-in-lood, Mendes da Costa het meubilair en Lambertus Zijl het beeldhouwwerk. Dus naast het bouwkundig ontwerp is Berlage ook verantwoordelijk voor het meubilair, verlichting en stoffering.

De familie Kröller-Müller heeft Berlage ook in de arm genomen voor het Jachthuis Sint-Hubertus. Zijn laatste grote werk is het Gemeentemuseum Den Haag, dat na zijn dood is voltooid.

 

Dudok (1884-1974)

Heeft als bekendste ontwerp het Raadhuis van Hilversum. Dudok heeft ook het interieur ontworpen, dus is het ook een gesamtkunstwerk. Zelfs de lettertypen, die in het pand werden gebruikt, zijn door Dudok uitgekozen. Het meeste werk van Dudok is in Hilversum, zoals ook de Noorderbegraafplaats, waar hij ligt begraven.

 

Gerrit Rietveld (1888-1964)

Veel mensen denken bij Rietveld aan meubels en vooral aan de Rietveldstoel, die eigenlijk de Rood-Blauwe stoel heet. Maar wist u ook, dat Gerrit Rietveld ook architect was? Het Van Gogh Museum is door hem in 1963-1964 ontworpen. Het deel aan de Paulus Potterstraat, waar de permanente collectie staat, heet het Rietveldgebouw. De tentoonstelling vleugel, de Kurokawavleugel, is in 1999 aan het museum toegevoegd.

Piet Blom (1934-1999)

Natuurlijk met de bekende Rotterdamse kubuswoningen (staan ook in Helmond). In Rotterdam staan 38 kubuswoningen en 13 bedrijfskubussen op de Blaak. Dit is een variant op de Helmondse uit 1977. Het zijn gekantelde kubussen op een paal. In de kubuswoning zijn drie woonlagen:

  1. Straathuis met keuken en woonkamer
  2. Hemelhuis met ruimte voor studeer- en slaapkamers
  3. Loofhut (driezijdige piramide) met plek voor een serre, balkon of tuintje

Rem Koolhaas (1944)

Heeft veel bijzondere gebouwen gemaakt, waarbij een van de kenmerken de enorme omvang is, zo is de Kunsthal in Rotterdam 160.000 m2. Natuurlijk wordt deze architect ook geprezen en verguisd, bijvoorbeeld met het grootste gebouw van Nederland, de wolkenkrabber De Rotterdam. De Rotterdam heeft een plint, 30 meter hoog, met zes bouwlagen. Boven op de plint staat 3 torens, een met 240 wooneenheden, een met kantoren en een met kantoren en een hotel. Totaal is het 149 meter hoog en heeft het 44 verdiepingen. Een ander opvallend gebouw van Koolhaas is het pand van G-Star Raw aan de A10 in Amsterdam.

 

Van deze blog vinden wij vooral de mooie foto’s van de bijzondere kunstwerken het leukste. En zullen zeker tijdens onze vakanties iedere kans benutten om ze te bezoeken (en in het echt te zien )als wij in de buurt zijn. Mooie kunst is altijd leuk tijdens een vakantie uitstapje.

Meld je aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief

Selecteer lijst(en):

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *