Griekenland, Kreta
Deze week gaan wij iets verder kijken voor een leuke vakantie. Wij gaan naar Griekenland en wel naar Kreta.
Kreta
Even kort iets over het eiland. Kreta, het grootste Griekse eiland, heeft veel meer te bieden dan alleen mooi strand. Dat hebben zij natuurlijk in alle soorten en maten, maar ook leuke traditionele dorpjes en stadjes en natuurlijk oude Griekse historie. En dit gecombineerd met lekkere Griekse gerechten en de grote gastvrijheid, ik zeg: ‘zeker een keertje heen.’
Kreta is het grootste, maar hoe groot? Het is zo’n 260 km lang en de breedte ligt tussen 12 en 60 km, ongeveer Noord- en Zuid-Holland samen qua oppervlakte. De hoofdstad is Heraklion en samen met Chania zijn dit de twee plekken, waar een luchthaven is.
Chania
Wij kiezen voor Chania, als aanvlieghaven, omdat wij verblijven in Maleme, zo’n 17 km hier vandaan. Maleme is een oud dorpje, dat tegenwoordig draait op landbouw (olijfbomen, wijngaarden en sinaasappelbomen) en toerisme. Het dorpje heeft allerlei winkeltjes en langs het kiezel-zandstrand restaurants en terrassen. Goed plekje als uitvalsbasis om Kreta te verkennen.
Wij verblijven op Kreta in Eria Resort, wat rolstoelvriendelijk is en uitermate geschikt voor zorgreizen. De plekken, die wij op Kreta in deze blog bezoeken zijn voor iedereen (deels) toegankelijk, maar bovenal enorm leuk.
Samariakloof
De meeste mensen hebben hier al van gehoord. De kloof met een lengte van 12,8 km, hiermee de langste van Europa, in het Lefka Ori gebergte loopt tot aan de zee. De totale lengte van begin t/m het strand is 18 km. De Tarraios rivier stroomt door de kloof. In de winter is dit een rivier, die de loop van de kloof nog steeds aanpast. De kloof is dan ook niet te bezoeken. In de zomer is het een beekje en zou je door de kloof kunnen wandelen. De breedte van de kloof varieert en is op de smalste punt maar 4 meter breed. De Samariakloof is al sinds 1962 een nationaal park met veel bijzondere planten en een aantal zeldzame dieren.
Voor de wandelliefhebber: het is een enorm mooie wandeling, waar je zo’n 5 uur voor nodig hebt en daarna nog een paar dagen de herinnering in de vorm van spierpijn. Het gaat namelijk bergafwaarts en dat voel je in je kuiten.
Maar ook als je de tocht door de kloof niet maakt, is het een bezoek waard, want het uitzicht is indrukwekkend.
Wanneer je de wandeltocht achterwege laat, is een bezoek aan de Samariakloof mooi te combineren met de botanische tuin bij Chania.
Griekenland, Kreta
Even een stukje mythologische geschiedenis:
Minos, zoon van Zeus en Europa, was koning van Kreta en had in zijn labyrint de Minotaurus (half man, half stier). Toen zijn zoon Androgeus werd vermoord in Athene, nam Minos wraak. De stad Athene moest elk jaar zeven jongens en meisjes naar Kreta sturen, die werden opgesloten in het labyrint als voer voor de Minotaurus. Aegaeus, koning van Athene, had een moedige en sterke zoon, Theseus, die zich als vrijwilliger aanmeldde met als plan de Minotaurus te doden. Dit plan lukte met behulp van de bol wol van Adriadne, dochter van Minos, die verliefd was op Theseus. Met de wol kon Theseus de weg uit het labyrint terug vinden. Er zit nog wel een zwart randje aan het eind van het verhaal. Volgens de legende zou Theseus de zwarte zeilen op zijn schip vervangen door witte, zodat zijn vader kon zien, dat het gelukt was. Helaas vergat Theseus dat, dus zijn vader dacht dat hij dood was. Uit wanhoop en verdriet sprong deze in zee en verdronk. Theseus werd toen koning van Athene en noemde de zee, waarin zijn vader verdronk, naar zijn vader: de Egeïsche zee.
Chania
Heeft een mooie oude binnenstad met als belangrijkst deel, de Venetiaanse haven vol met restaurants en barretjes. Bij de ingang van de haven staat de prachtige vuurtoren, die eind 16de eeuw door Venetië is gebouwd. Het is een van de oudste ter wereld.
Het is heerlijk wandelen door de oude binnenstad, deels binnen de oude Byzantijnse en Venetiaanse stadsmuur, met zijn leuke steegjes met boogjes, trappen en bloemen, maar ook de kleine kerkjes en minaretten bij de Byzantijnse tijd.
Lassithi hoogvlakte
Met zijn windmolens. Vroeger stonden er hier honderden om het water uit de grond te pompen. Nu staan ze er voor het toeristisch decor, maar heel leuk om te zien. De Lassithi hoogvlakte ligt tussen de Dhikti- en Selenaberg en de weg er heen is al bijzonder met de mooie vergezichten.
Dit is een klein greep wat er zo al te zien is op Kreta, maar Kreta is natuurlijk vooral zon, zee en strand. Kreta heeft zoveel mooi strand, dat we daar eigenlijk wel een eigen blog (misschien doen wij dat ook nog wel) aan kunnen wijden. Er is strand voor ieder wat wils, zoals voor de gezinnen met een langzaam aflopend strand, bijvoorbeeld Potamos strand. Of een, waar je heen gaat voor de diepblauwe zee, mooie witte stranden en prachtige omgeving. Dit is bijvoorbeeld bij Elafonisi, waar je via het water (max. 1,5 meter diep) naar het eiland Lafonisi kan lopen. Het is een mooi natuurgebied. Zelf zijn wij, jaren geleden, naar het Vai strand geweest. Destijds was dat heel bekend door de Bounty-reclame met zijn mooie witte stranden, blauwe zee en een bos van palmbomen.
Veel stranden in Kreta zijn ook goed toegankelijk met een rolstoel. Er zijn houten vlonders tot aan het strand, maar er zijn ook plekken met het seatrac-hellingbaansysteem, waarmee je zo de zee inglijdt. Dit is bijvoorbeeld bij het Platanias strand.
Kreta, eiland van zon, zee en strand, maar ook veel natuurschoon en cultuur. Leuk voor iedereen.