IJsland – Highlights, deel 2

Vandaag gaan wij weer verder met onze tocht over IJsland. Wij blijven nog even in het noorden, maar gaan nu naar de westkant van het eiland om vervolgens naar het zuiden af te zakken, naar Reykjavik.

Westfjorden

De Westfjorden wordt minder bezocht, dan het overgrote deel van IJsland. Dit maakt het gebied en de inwoners nog echt puur. De regio is 9404 km²en er wonen 7500 mensen. De Westfjorden zijn ruig met hun diepe fjorden, die veelal onbewoond zijn en hoge bergketens, echt nog ongerepte natuur.

Het is ook het oudste landschap van IJsland, dat vooral in de laatste ijstijd (zo’n 16 miljoen jaar geleden) is gevormd. In het water van de fjorden leven zeehonden en walvissen. Het gebied biedt ook plaats aan ontelbare vogelsoorten.

Naast deze ruige natuur zijn er ook kleine, gezellige dorpjes, waarvan de meeste vissersdorpjes zijn.

Hornstrandir

Is het meest noordelijke deel van de Westfjorden en ligt ook erg geïsoleerd. De geïsoleerde ligging wordt nog versterkt door het gebrek aan infrastructuur. Hornstrandir is vooral het gebied van kliffen vol vogels en de poolvos.

Drangsnes

Ook aan de noordkant van de Westfjorden, maar iets beter bereikbaar, ligt Drangsnes een klein vissersdorpje (een van de kleinste ter wereld). Het leukste van dit dorp zijn de drie warmwaterbaaien aan de kust met uitzicht op de Noordelijke Atlantische Oceaan. Je kijkt uit over de fjorden vol vogels, soms zelfs met bultrugwalvissen, terwijl je heerlijk in een warm bad, dat trouwens gratis is, zit.

Dynjandi (ook wel Fjallfoss)

Is een van de favoriete bezienswaardigheden van de Westfjorden. Het is een waterval, die uit zeven treden bestaat en in het totaal een hoogte van 100 meter heeft. Aan de bovenkant is de waterval 30 meter breed en dat loopt uit tot ruim 60 meter aan de onderkant.

De zeven lagen (of aparte watervallen) hebben allemaal een eigen naam, Hæstahjallafoss, Strompgljúfrafoss, Göngumannafoss, Hrísvaðsfoss-Kvíslarfoss, Hundafoss en Bæjarfoss (dit is van boven naar beneden).

De waterval is zeker een bezoek waard, maar houd er rekening mee, dat door de beperkte infrastructuur (onverharde wegen) een rit ernaar toe meer tijd kost, dan je zou verwachten.

Ísafjörður

is een kleine vissersplaats (circa 2600 inwoners), maar tegelijk de grootste stad van de Westfjorden. Het plaatsje heeft enkele winkels, kleurrijke smalle straatjes en huizen uit de 18^de en 19^de eeuw. Daarnaast is er ook nog het Maritieme Westfjords Heritage museum met de geschiedenis van de plaatselijke visserij. Het museum is in vier aaneengeschakelde 18^de eeuwse huizen gevestigd.

De thuisfjord van Ísafjörður is de Skutulsfjörður, die de groene wand achter het stadje vormt.
Voor de kust van Ísafjörður ligt het eilandje Vigur.

Vigur (‘speer’)

Is te bezoeken van mei tot september (tussen 28 mei en 15 juni niet, omdat dan de vogels nestelen). Je hebt dan de mogelijkheid om de zeldzame Arctische vogels, zoals de papegaaiduiker, zwarte zeekoet en eidereend goed te bekijken, maar ook om te zien hoe de eidereenddons wordt geoogst en verwerkt.

Breng ook een bezoekje aan het kleinste postkantoor van Europa of probeer Hjónabandssæla (‘Huwelijksgeluk’), een IJslandse lekkernij van cake met havermout. Alles wat je besteed op Vigur komt te goeden ter bescherming van dit bijzondere eiland.

Látrabjarg

Ligt op weg naar het zuiden, naar Reykjavik en is een landtong, dat het meeste westelijke punt van IJsland is (wordt ook wel gezien als het meest westelijke stuk van Europa). De landtong bestaat uit kliffen, die met de auto bereikbaar zijn en strekt zich 14 kilometer lang uit met hoogtes tot boven de 400 meter. Op de kliffen leven talloze vogels.

Breiðafjörður

deze fjord is 125 kilometer lang en op het breedste punt 50 kilometer breed. Het is een bergachtige omgeving. Aan de zuidkant bij de ingang van de fjord je ziet de Snæfellsjökull-gletsjer op het puntje van het schiereiland Snæfellsnes (bij helder weer kan je Snæfellsnes vanaf de Westfjorden zien). De bergen aan de noordkant zijn de oudste van het land, zo’n 15 miljoen jaar geleden ontstaan. Meer landinwaarts worden de bergen steeds jonger. De bergen, die het verste de fjord inliggen, zijn half zo oud. Dit komt doordat de tektonische platen in IJsland uit elkaar worden getrokken (hierover zo meer).

Flatey (‘plat eiland’)

Het grootste eiland in Breiðafjörður. Het vlakke eiland is circa 2 kilometer lang en 500 breed en heeft als hoogste punt Lundaberg (16 meter hoog). Op het eiland staan zo’n 30 gekleurde houten huizen met in het zuiden het witte kerkje, Flateyjarkirkja. Hier staat ook de kleinste en oudste bibliotheek van IJsland.

En nu is het tijd voor de meest noordelijke hoofdstad van de wereld, Reykjavik.

Reykjavik

Is niet alleen de meest noordelijke hoofdstad van IJsland, maar ook het dunst bevolkt. Het lijkt meer een provinciestad dan een hoofdstad, waardoor de bezienswaardigheden bijna allemaal op loopafstand van elkaar liggen. Het straatbeeld van Reykjavik wordt bepaald door de kleurrijke huizen. De Hallgrímskirkja is niet zo kleurrijk, maar heeft wel een bijzonder uiterlijk. De kerk heeft de vorm van een raket met bij de hoofdingang smalle zuilen, die in hoogte oplopen. Met een lift kan je naar boven, de kerk is 74,5 meter hoog en geeft je een prachtig uitzicht over de stad, oude haven en de Noorse zee.

De Oude Haven van Reykjavik is een echte vissershaven, gezellige buurt met natuurlijk heerlijke visgerechten in de vele restaurants. Geniet van uit een restaurant of bar van het uitzicht op de bedrijvigheid van de vissersbootjes. In het weekend is er naast de haven een markt met lokale producten, de Kolaportið-markt.

Voor wie van moderne architectuur houdt, is er naast de Hallgrímskirkja ook het Harpa Concertgebouw met een glazen gevel geïnspireerd op het noorderlicht. Het gebouw wordt ook nog mooi gereflecteerd in het water van het voorplein. Ook mooi is het op 500 meter ten oosten van de Oude Haven gelegen Sun Voyager. Het is een roestvrij staal kunstwerk, dat lijkt op een oud Vikingschip, maar volgens de kunstenaar is het een droomboot als ode aan de zon.

Laugaveur (‘weg naar het warme water’)

is de belangrijkste en oudste winkelstraat van Reykjavik, vol met kleine winkels, zoals vintage-winkels, leuke cadeaushops en winkels met Scandinavische mode. In de straat staat een knalrode brievenbus speciaal voor de post aan de kerstman. ’s Avonds is de Laugavegur een gezellig uitgaansgebied.

Voor geschiedenis moet je zijn in het Nationaal Museum van IJsland, waar je de geschiedenis kunt volgen vanaf de Vikingen tot het hedendaagse IJsland met meer dan 2000 kunstvoorwerpen, foto’s en multimediapresentaties. Het museum is goed rolstoeltoegankelijk.

Höfdi-huis is ook een belangrijk gebouw uit de geschiedenis en in dit geval van het einde van de Koude Oorlog. Hier werd door de Amerikaanse president Reagan en Sovjetleider Gorbatsjov de eerst stap gezet naar het einde van de Koude Oorlog.

Perlan

Ten zuidoosten van Reykjavik op de 61 meter hoge Öskjuhlíð, staat weer een opvallend gebouw, Perlan (‘de parel’). Het is een glazen koepel met 6 ronde tanks, die zijn verbonden door een uitkijkplatform, vanwaar je een prachtig uitzicht over Reykjavik hebt. In de tanks wordt het geothermisch warme water voor de stad opgeslagen. In een van de tanks is het Perlan-museum gevestigd. Er zijn twee liften in het museum en is goed rolstoeltoegankelijk.

In het museum is onder meer een ijsgrot, gebouwd met meer dan 350 ton sneeuw en 100 meter lang. Je leert er over de IJslandse gletsjers, vulkanen en aardbevingen. Je kan ervaren hoe het is om op de Látrabjarg te staan en je kunt er het water rond IJsland ontdekken. Ook kan je digitaal kennis maken met het Noorderlicht en alle verhalen hierover.

Tot zover Reykjavik. Nu op naar al het moois in de omgeving, waaronder natuurlijk de Golden Circle en Blue Lagoon.

Golden Circle

Voor velen de mooiste route van IJsland. De totale route is zo’n 300 kilometer en ligt ten oosten van Reykjavik. Hoogtepunten van deze prachtige route zijn:

Thingvellir Nationaal Park (zo’n 50 kilometer van Reykjavik)

Een bijzondere plek met vulkanisch gesteente, watervallen en uitgestrekte vlaktes. Het meest bijzondere hier is natuur de Silfra kloof. Het Thingvellir Nationaal Park ligt namelijk op de breuklijn van de Europese en Noord-Amerikaanse tektonische platen. De platen ‘drijven’ hier uit elkaar, waardoor IJsland ieder jaar 2 centimeter groter wordt. In het noorden van het park is er ook echt een enorme scheur te zien van de Almannagjá-breuk, terwijl je in het zuiden in de Silfra-kloof kunnen zwemmen in het water tussen de platen. Het water van de Silfra-kloof loopt uit in het grootste meer van IJsland, Þingvallavatn meer. Het park is rolstoeltoegankelijk.

Gullfoss (gouden) waterval

Is een van de mooiste watervallen van IJsland met een breedte tot 229 meter. Hier valt het water in twee delen ruim 21 meter naar beneden in een kloof van de Hvítá (‘witte rivier’). Het water valt met veel geweld naar beneden en zorgt voor stuifwater, wat weer vaak voor een mooie regenboog zorgt. Zomers kan je via een pad dicht bij de waterval komen. Kijk uit voor een nat pakt. Winters is dit moeilijker en sta je wat verder weg. In de winter bevriest ook een deel van de waterval.

Geysir en Strokkur

Geysir is de bekendste geiser van IJsland, maar is helaas wat minder actief. Daarentegen spuit zijn de Strokkur ieder 4 tot 8 minuten tot zo’n 10, 20 meter hoog. De geisers liggen in de Haukadalur vallei en door geothermische krachten komt daar zwavel vrij, waardoor het rotte eieren ruikt, maar ondanks de geur het bezoeken waard.

Voor wie geen bezoek gaat brengen aan de Blue Lagoon heb je aan de route nog de:

Laugarvatn Hot Springs

Een spa in de buitenlucht met mineraal baden, bubbelbad, stoombaden en een Finse sauna met uitzicht op het Laugarvatn meer.

Secret Lagoon

Een natuurlijke warmwaterbron met gemiddeld 39 graden en in de omgeving kleine geisers.

Ook leuk is een bezoek aan het Kerið Kratermeer met helder groenblauw water. Het meer is 270 lang, 170 meter breed en 55 meter diep. Een parkeerterrein ligt op 50 meter van het kratermeer.

En nu op naar de Blue Lagoon

50 kilometer ten zuidoosten van Reykjavik ligt dit beroemdste warmwaterbron van IJsland.

De kunstmatig aangelegde bassins ligt tussen de lavavelden en het geothermisch water, dat uit wel 2000 meter diepte komt, heeft een temperatuur van 39 graden. Het werkt erg ontspannend, maar is ook goed voor je door de vele mineralen. Door de blauwalgen krijgt water een blauwgroene kleur. De warmte van het water zorgt voor waterdamp. Bij koud weer wordt deze mist steeds dichter.

Er is een wellnesscentrum naast het geothermisch bad, waar je kan genieten van een moddermasker en/of massage.

Tot slot nog twee opmerkelijke bezienswaardigheden in het zuiden van IJsland:

Vik

Het strand van Vik is zwart door de lava en in de zee zie je bijzonder rotsen.

Op 23 kilometer van Vik ligt op het strand van Sólheimasadur nog het wrak van een vliegtuig, dat in 1973 is neerstort. Heel vreemd.

Jörkulsárlón

Is het mooiste ijsmeer van IJsland. Hier drijven enorme ijsblokken door deze 18 meter gletsjerlagune naar zee.

Tot zover onze blogs over IJsland (deel 1 over IJsland vind je hier), een land met heel bijzondere bezienswaardigheden.