Vierwaldstättersee
Je kan hier kiezen uit diverse soorten bezienswaardigheden van oude steden, charmante dorpjes tot aan mooie natuur met hoge bergtoppen. Maar eerst even wat is de Vierwaldstättersee.
Vierwaldstättersee
Het meer, dat qua vorm doet denken aan een fjord, is gelegen in centraal Zwitserland en ligt op een hoogte van 434 meter met een oppervlakte van 114 km2 en is tot 214 meter diep. Het heeft 115 km aan oevers met leuke dorpen, waar je met trein of kabelbaan naar de mooie bergtoppen kunt. Hier natuurlijk fantastisch uitzichten, zoals ook tijdens een van de boottochten op het meer.
Naast dat het heel mooi is, heeft het ook veel geschiedenis en dan heb je ook nog de naam van het meer. In Nederland heet het meer Vierwoudstrekenmeer, maar ook het Meer van Luzern en het Vierwoudstedenmeer. De laatste naam is ontstaan door een verkeerde vertaling van de Duitse naam, want Stätte staat voor kantons en niet steden. Het meer grenst namelijk aan de kantons Uri, Schwyz (naamgever aan uiteindelijk het gehele land Schweiz, de Duitse naam voor Zwitserland), Unterwalden (nu de kantons Obwalden en Nidwalden) en Luzern.
Rondje om het meer
Om een goede indruk te krijgen van het meer maken wij in deze blog er een rondje omheen. Natuurlijk beginnen wij in Luzern, de grootste stad, die ook soms haar naam aan het meer geeft, Meer van Luzern. Luzern hebben wij al uitgebreid besproken in een eerdere blog over Luzern en wij gaan daarom meteen verder richting Küssnacht.
Küssnacht
Ligt aan een arm van de Vierwaldstättersee, de Küssnachtersee. Hier vandaan kan je met een rondvaartboot naar Luzern. Küssnacht heeft een mooie promenade, maar het mooiste uitstapje is naar de Rigi. Vanuit Küssnacht gaat er een kabelbaan naar Seebodenalp bij de Rigi. Op 1000 meter hoogte heb je een fantastisch uitzicht over de Pilatus (de thuisberg van Luzern), Alpen en op mooie dagen zelfs tot aan de Jura en Vogezen. Dit gebied is ook erg populair bij wandelaars (favoriete sport bij de Zwitsers), zoals eigenlijk het hele gebied rond de Vierwaldstättersee.
Even kort: Wat is de Rigi?
De Rigi ligt tussen de drie meren, Vierwoudstrekenmeer, de Zugersee en de Lauerzersee en is een 1797 meter hoge berg, waarop diverse plaatsen liggen, die allemaal met Rigi beginnen, zoals Rigi Kaltbad, Rigi Scheidegg en Rigi Kulm, waar de hoogste top ligt.
De Rigi is per tandrad- en kabelbaan vanuit diverse plaatsen te bereiken. Vitznau-Rigibahn is de eerste bergtrein in Europa en reed al in 1871. Heel leuk is ook de panoramische kabelbaan vanuit Weggis naar de berg. De meeste kabel- en tandradbanen zijn rolstoeltoegankelijk. Dit geldt ook voor de meeste stations.
Küssnacht heeft ook nog een binding met België en Willem Tell.
Bij de zuidelijk toegang van Küssnacht staat de Astrid kapel, waar de jonge Belgische koningin Astrid omkwam bij een auto-ongeluk.
In de legende van Willem Tell weet hij tijdens een storm te ontsnappen en vlucht naar Küssnacht, waar hij de gehate landvoogd dood met zijn kruisboog. Straks nog meer Wilhelm Tell.
Over een van de mooiste wegen van Zwitserland, de 2b kom je dan in Weggis.
Weggis
Volgens Mark Twain: “The loveliest place I have ever visited”. Weggis is een van de mooiste regio’s van Zwitserland en heeft een mild klimaat, wat het er nog extra prettig maakt. Daarbij ligt het ook nog centraal aan het meer, een mooi uitvalspunt om de omgeving van het meer en de bergen te verkennen. Hier is ook de panoramakabelbaan naar Rigi Kaltbad. Je bent er in nog geen 10 minuten, van 435 m naar 1450 m.
Over de Vierwaldstättersee varen hier radarstoomboten, die je naar andere plaatsen aan het meer brengen.
Vitznau
Ligt aan een mooie baai van het Vierwoudstrekenmeer. Hier werd de eerste tandradbaan geopend en in een klein half uur sta je op de Rigi met uitzicht over 13 meren, de Alpen en de Zwitserse Hoogvlakte. Er is hier een honderd kilometer lang wandelpadnetwerk.
Vanuit Vitznau kan je ook met radarstoomboten over het meer tochten maken naar o.a. Luzern, Pilatus en Seelisberg.
Rütliwiese
De mooie 2B gaat verder langs het meer naar Brunnen. Bij Brunnen (en of Flüelen) kan je per boot naar de Rütli-wiese, waar op 1 augustus 1291 de eed werd gezworen door de kantons Schwyz, Uri en Unterwalden. Deze oerkantons maakten een overeenkomst om samen op te komen tegen aanvallers van buiten, zoals de Habsburgers. Hiermee werd de grondsteen gelegd voor het huidige Zwitserland.
Jaarlijks wordt op deze ‘geboorteplaats van Zwitserland’ de historische gebeurtenis gevierd met het Rütlischieten. Nee, niet op 1 augustus, maar op de woensdag voor Sint-Maarten (11 november).
Vanuit Brunnen volgen wij de Axenweg naar Flüelen. De Axenweg volgt de oostelijke oever van het Urnermeer, een zijtak van het Vierwoudstrekenmeer. De historische weg uit 1865 heeft vele kunstwerken in de steile rotswanden.
Tellskapel
Bijna direct aan de Axenweg bij Sisikon ligt de Tellskapel, die per boot of te voet vanaf de parkeerplaats van hotel Tellsplatte te bereiken is. De kapel is gebouwd in 1879/80 en versierd met prachtige fresco’s, die de Rütli-eed, Appelschot, Tellsprong en Gesslers dood uitbeelden. Aan het eind van de blog leggen wij voor de liefhebber uit wat dit voor historische Zwitserse momenten zijn.
Boven de Tellskapel is het grootste klokkenspel van Zwitserland, dat op het hele uur speelt.
Eggberge
Is een zonneplateau boven het Urnermeer en een goed startpunt voor wandelingen over weiden en door bergbossen. Het ligt op 1446 m hoog en is te bereiken vanuit Flüelen. Het is vast niet nodig om te melden, dat het uitzicht hier prachtig is.
Er zijn twee bergrestaurants, grillplaatsen en je kan er ook overnachten in het bergpension Eggberg.
Altdorf
Ligt ten zuiden van de Vierwaldstättersee in het dal van de Reuss, die bij Flüelen in het meer stroomt. Altdorf is de hoofdstad van het kanton Uri en hier staat het beroemde monument van Wilhelm Tell aan de Rathausplatz. In het naburige dorp Bürglen is er zelfs een Wilhelm Tellmuseum.
Via Stans gaat het dan weer terug naar Luzern.
Stans
Heeft een mooi plein, Dorfplatz, met statige herenhuizen en de Sint-Petruskerk met zijn dominante toren. Hier staat ook het imposante monument voor Arnold von Winkelried, die volgens de legende zich bij de Slag bij Sempach (in 1386) opofferde om de Eedgenoten te redden. De Eedgenoten vormen het bondgenootschap (Zwitsers Eedgenootschap), dat was opgericht op de Rütliwiese.
In 1481 werd in het plaatselijke ‘Rathaus’ de vrede gesloten tussen de kantons om een burgeroorlog te voorkomen.
Aan de rand van de stad staat nog een oud kapucijnenklooster, het klooster van Sint-Klara met een ommuurd kerkhof.
Met de terugkomst in Luzern is ons rondje Vierwoudstrekenmeer voltooid. Zoals beloofd nog even wat uitleg bij onder meer de fresco’s in de Tellskapel, die allemaal te maken hebben met de legende van Wilhelm Tell en het ontstaan van Zwitserland.
De legende van Wilhelm Tell past precies in de tijd van de onafhankelijkheidsstrijd van (in eerste instantie) de oerkantons tegen de overheersende Habsburgers. Of het meer is dan een legende is niet bekend.
Voor wie de legende niet kennen, hebben wij hier een verkorte versie:
De heersende landvoogd Gessler vermoedde, dat de bevolking tegen hem ging samenspannen. Hij wilde daarom de stemming onder het volk peilen en liet op de markt van Altdorf een Habsburgse hertogshoed op een paal plaatsen. De dorpsomroeper maakte onder trompetgeschal bekend, dat iedereen de hoed met eerbied moest groeten, alsof het de Habsburgse keizer zelf was. Velen deden dit met grote tegenzin, behalve Wilhelm Tell. Hij werd opgepakt en naar de landvoogd gebracht.
Gessler wist, dat Wilhelm Tell een uitstekende boogschieter was en zei hem, dat hij met een pijl de appel van het hoofd van zijn zoon moest schieten. Als Tell zou weigeren, dan werden beiden ter dood veroordeeld.
Wilhelm haalde twee pijlen uit zijn koker, waarvan hij er een in zijn gordel stak. Met de andere legde hij aan en schoot de appel van het hoofd van zijn kind. Vader en zoon omhelsden elkaar en het volk juichte.
Gessler zei: “Knap gedaan, maar waarom die tweede pijl?” Toen Wilhelm Tell twijfelde met zijn antwoord, beloofde de landvoogd, dat zijn leven gespaard zou blijven. Hierop vertelde Wilhelm, dat als hij zijn doel had gemist (zijn zoon had geraakt), hij met de tweede op Gessler had geschoten en dan zeker zijn doel niet had gemist.
Gessler hield zijn belofte, maar liet Tell wel in de boeien slaan. Wilhelm werd overgebracht naar een burcht aan de andere kant van de Vierwaldstättersee, maar onderweg ging het stormen. Het schip kwam in nood en iedereen aan boord riep, dat alleen Wilhelm Tell hen kon redden. Zijn boeien werden losgemaakt en Tell stuurde het schip recht de oever op. Net daarvoor bij een laag stuk in de rotswand sprong hij met zijn boog van boord en verdween.
De volgende dag toen Gessler naar zijn slot reed, werd hij op een holle weg met bomen geraakt door een pijl in zijn borst. Het laatst wat hij zei, was: “Dat is Tells pijl!”
Meer blogs over Zwitserland die we hebben geschreven zijn: Bazel, Bern en Ticino.
Ben je opzoek naar een aangepaste accommodatie in Zwitserland, kijk dan op: Aangepaste accommodaties in Zwitserland